fbpx

De vrijwilliger van de maand: stadionomroeper Benny (“Goooaaaaallll”) Geldhof

Vele handen maken licht werk. Maar vele handen kennen we op Racing niet eens. Daarom gaan we in deze nieuwe rubriek op zoek naar vrijwilligers die – voor en achter de schermen – paraat staan om op hun manier hun steentje bij te dragen aan het Racing-succes.

Vandaag maken we kennis met Benny Geldhof. U kent Benny niet? Kan zijn. Maar zijn stem kent u ongetwijfeld wél, want Benny is al jaar en dag onze stadionomroeper.

“Ik ben in 1990 op Racing beland”, zegt Benny. “Ik ben een West-Vlaming, maar de liefde heeft me naar Mechelen gebracht. En ook naar Racing, want de opa van een neefje was destijds trainer op Racing: Fikke Van Winge.”

“Zelf ben ik bij de duiveltjes snel afgevaardigde geworden. Het was toen een morele verplichting om ook je diensten aan te bieden bij de 1e ploeg, als ticketcontroleur bijvoorbeeld.”

“Fons Rooms, die toen voorzitter was, vroeg me of ik afgevaardigde van de 1e ploeg wilde worden, maar dat was niet te combineren met mijn andere bezigheden. Zo ben ik er op gekomen om in het micro-kot boven in de tribune te gaan werken. Ik verzorgde de muziek en verzamelde de tussenstanden en informatie over de tegenstander.”

“Gaandeweg viel ik al eens in voor de stadionspeaker Eric Geerts die in het weekend soms toneel speelde en dus niet elke week kon komen. Ze spraken mij aan, omdat ze niemand anders vonden (lacht). Zo ben ik in 1997 de vaste omroeper van Racing geworden.”

Je hebt ook nog andere taken op Racing vervuld, niet?

“Ja, ik ben jeugdtrainer geweest en een tijdje jeugdvoorzitter. Ik heb ook het Racing-krantje een 6-tal jaar geschreven en ben momenteel nog altijd ondervoorzitter van de Old Brigade, de Racing-organisatie van ex-spelers en ex-bestuursleden.”

“Wat ik nu al meer dan 20 jaar doe, stadionomroeper, is zeer leuk. Ook al is het materiaal waar ik mee werk oud en wat versleten, dat maakt het op zich ook boeiend, want je moet je plan trekken en improviseren. Ik ga altijd uit van het worst case scenario.”

Het stadion ziet er op het eerste gezicht geweldig uit, maar is volledig afgeleefd en het is moeilijk om je werk goed te kunnen doen: is dat een goeie samenvatting?

“Ja. Het gaat er allemaal zeer basic aan toe. Een cd-speler die blokkeert, een verwarming die niet werkt, een lamp die uiteraard op het verkeerde moment flest: het hoort er allemaal bij in zo’n oud complex.”

“Gelukkig beschik ik al enkele jaren over een Racing-laptop, dat maakt het werken een stuk gemakkelijker en betrouwbaarder.”

Het is donker in jouw kabine, zo hoog in de tribune.

“Dat moet, want als ik de tl-lampen opzet, weerkaatst het licht in de ramen en zie je niet wat er op het veld gebeurt.”

“Ik zit zeer hoog in de tribune, ik heb een perfect zicht op wat er allemaal gebeurt. Maar ik kijk niet zoals een supporter naar de wedstrijd. Ik let vooral op individuele spelers: wie heeft de bal, wie staat voor doel, zodat ik voorbereid ben als er een doelpunt valt en ik de naam van de doelpuntenmaker moet omroepen.”

“Dat vergt een bepaalde concentratie, zeker bij vervangingen, want als de afgevaardigde geen bordje in de lucht steekt om te tonen wie er van het veld gaat, weet ik dat niet altijd. De Racing-spelers ken ik uiteraard, maar de tegenstanders niet. Daarom ben ik vanaf de aftrap al naar die tegenstanders aan het kijken: welke schoenen ze dragen, welk kapsel ze hebben, enzovoort. Zo herken ik hen als ze het veld verlaten.”

Hoe ziet een werkdag voor jou op Racing er eigenlijk uit?

“Ik ben om 18.50u op de club. Eerst installeer ik alles en test ik alles. Om 19.15u zet ik de muziek op. Als dat gedaan is en alles in orde is, ben ik gerust. Dan ga ik even rond en drink ik iets, om om 19.40u opnieuw op mijn plaats te gaan zitten.”

“Rond 19.55u roep ik de samenstelling van de twee ploegen af, gevolgd door de “countdown” die ik in gang steek als de spelers het veld opkomen. Daarvoor sta ik in permanent contact met de mensen van de veiligheid, die me zeggen dat ik het signaal mag starten.”

“Naast het omroepen van de gever van de aftrap of een speciale gast roep ik tijdens de match dan de doelpuntenmakers en vervangingen om.”

“Tijdens de rust is er weer muziek, net als op het einde van de wedstrijd. Die muziek na de match is aangepast aan de uitslag. Als we winnen, is dat het clublied en een opgewekt deuntje, als we verliezen is dat wat minder feestelijk.”

“Als de spelers een feestje bouwen met de supporters, zet ik de muziek meteen uit, zodat ze kunnen vieren. Ik wil die ambiance niet overstemmen met lawaai. Daarna draai ik nog wat sfeermuziek.”

“Mijn laatste taak is de verlichting langs het veld en in de tribunes uitschakelen. Als dat er opzit, ga ik een glas drinken in de jeugdbar.”

Na een doelpunt van een Racinger horen we Rik De Saedeleer door de boxen schallen.

“Klopt. Dat was een ideetje dat ik destijds had en dat ik nog voorgelegd heb aan Rik zelf. Ik vroeg hem of ik zijn legendarische “Goooooooo-aaaaaaaallll” mocht gebruiken. Voor hem was dat geen probleem en sindsdien speel ik dat dus na een doelpunt.”

“Op Waasland-Beveren spelen ze die tune ook sinds enkele jaren, maar ik vind het op Racing toch beter passen door het Racing-verleden van Rik.”

Loopt er bij het omroepen als eens iets verkeerd: verkeerde naam, foute naam, moeilijke naam…?

“Zeer soms. Als iets niet goed zichtbaar is, vraag ik mijn kameraad Wim, die met mij in de kabine zit, altijd om een second opinion. Wim is de man die het scorebord bedient. Daar heeft hij een tablet met wifi-verbinding voor.”

“Wat namen betreft hebben we op Racing al enkele situaties meegemaakt. We hebben de Mexicanen gehad, maar dat viel nog wel mee qua moeilijkheidsgraad. De Georgische namen waren lastiger. Dan ging ik voor de wedstrijd de toenmalige Georgische technisch directeur om de juiste uitspraak vragen. Dat waren leuke momenten.”

Moet je je stem trainen om omroeper te kunnen worden?

“Ik heb er zelf niks voor gedaan. Ik heb een zwak voor talen en dialecten, dat helpt misschien wel.”

“Ik probeer er soms iets speels in te leggen. Zo heb ik al eens iets in het West-Vlaams omgeroepen toen we een West-Vlaamse tegenstander hadden en heb ik ook al in het Frans, Engels en Italiaans omgeroepen.”

“Dat Italiaans had ik nodig toen we enkele jaren geleden in de voorbereiding tegen FC Fossombrone speelden, de Italiaanse ploeg van modeontwerper Dirk Bikkembergs.”

“Dat zijn momenten die je onthoudt. Net als de volle stadions die we hadden tijdens de derby’s tegen KV en de finales van de eindrondes die we een aantal keer georganiseerd hebben. Ik herinner me een match tussen Eendracht Aalst en OH Leuven als finale in 3e klasse: veel volk, veel beleving…”

“Ook leuk: beneden, op de begane grond, omroepen. Dat deed ik onder andere in onze eindrondewedstrijd tegen Geel. Rondlopen met een mobiele microfoon, veel interactie met het publiek: dat is heel plezant.”

Zaterdag spelen we de topper tegen De Kempen. Ben je paraat of mis je wel eens een match?

“Ik mis zelden een wedstrijd. 1, maximaal 2 keer per seizoen ben ik er niet. Dan vraag ik aan mijn zoon Glen of hij wil overnemen.”

“Zaterdag ben ik tegen De Kempen zeker weer van de partij. Een pronostiekje? 3-1.”

Benny, dikke merci voor al jouw werk voor Racing en dat jouw prono moge uitkomen!

Ruimte voor externe advertenties: