Racing Retro: “Laat de groene en witte kleuren aan de zegemast wapperen”
Alweer een nieuwe episode in Racing Retro. In de eerste twee delen blikten we aan de hand van het Jubel-nummer van 13 juni 1954 terug op de eerste 40 jaar van Racing. In dit 3e en laatste deel bekijken we de 10 jaar erna in vogelvlucht, tot het 50-jarige jubileum van de club.
Vorige keer waren we geëindigd bij de tragische dood van Oscar Vankesbeeck. Het overlijden van de legendarische voorzitter van groen-wit was nog niet verwerkt toen de Tweede Wereldoorlog eindigde en de voetbalcompetities opnieuw op gang gebracht werden.
“Voor de aanvang der competitie 1945-1946 werd het bestuur der club grondig gewijzigd en aangevuld. In de loop van het jaar 1945 werd Jan Dogaer tot voorzitter en Oscar Renard tot secretaris verkozen”, lezen we in het krantje.
Racing speelde op dat moment in Eerste Afdeling, het op één na hoogste niveau. Na enkele seizoenen net naast de titel gepakt te hebben, was het in 1947-1948 wél raak!
“Het seizoen 1947-1948 zou voor Racing een glansjaar worden, hetwelk met gouden letters in de Racing-annalen zal opgetekend blijven. De eerste plaats van Eerste Afdeling Reeks A werd door onze jongens bevochten.”
“Voor de landelijke kampioenstitel van Eerste Afdeling kwam Racing tweemaal uit tegen Tilleur FC, de kampioen der Reeks B. Racing wist uit de twee wedstrijden 3 punten te halen en behaalde glansrijk de Landelijke titel. Racing was kampioen en zou na 12 jaren terug zijne plaats innemen tussen de hoge voetbaltenoren.”
“Het past ons hier de namen te vermelden der spelers welke dit groot succes voor hun club wisten te bewerken, deze waren: Schaul, De Boeck, Van Hoof, Borms, Van der Auwera, Hofmans, Reyniers, De Hert, Mannaerts, De Saedeleer en Put. Daarnaast vermelden we eveneens Diddens, Mangelschots, Weemaes, Moons en Dieltjens.”
De gouden jaren
“En of de Racing-harten jubelden! Iedereen herinnert zich nog de triomfantelijke kampioenenhulde. Van heinde en ver waren de verschillende voetbalclubs van het land opgekomen om de lang verwachte hulde te brengen aan de groen-witte kampioenenclub.”
“Het was de beloning voor onze brave voorzitter Jan Dogaer, wiens noeste werking na jaren lang bekroond werd; het was de ijzeren wil die tot uiting was gekomen bij onze jongens, omdat het seizoen zo tragisch ingezet was, daar nagenoeg alle bezittingen van Racing verloren gingen, daar de tribuun door brand vernield werd.”
“”Waar een wil is, is een weg”, is de leuze welke op het Oscar Vankesbeeckstadion steeds prijkt, op de ingang tot het veld voor de spelers en officiëlen. Dat Racing met een wil bezield is geweest de laatste jaren, kan niemand betwisten, en de weg welke bewandeld wordt is roemvol en weinig te evenaren. Op de puinen van de oude tribune rijst thans, het ganse veld beheersend, een groot en prachtig gebouw.”
“Het seizoen 1948-1949 werd in Ere-Afdeling ingezet. De eerste ontmoeting op Olympic Charleroi was een nederlaag, maar dan volgde succes op succes, en werden overwinningen geboekt welke Racing op de eerste plaats der rangschikking brachten.”
“Gans de pers was het eens en roemde het spel van Racing Club Mechelen, toch ongelukkig werden verschillende onzer spelers gekwetst, wat een ommekeer teweeg bracht. De eindklassering voor een pas gepromoveerde club was schitterend, want de 5e plaats werd bereikt.”
Het seizoen erna deed Racing nóg beter en eindigde het als 3e. De weelde was immens! Van der Auwera en Mannaerts werden geselecteerd voor de nationale ploeg, De Saedeleer en Reyniers werden opgenomen in de Belgische B-ploeg.
“In het seizoen 1950-1951 was de eindstrijd hard. In de laatste wedstrijd van het kampioenschap stonden Anderlecht, Berchem en RC Mechelen met gelijke punten (38). Racing diende op bezoek te gaan bij Berchem Sport en moest de diensten missen van Rik De Saedeleer, hetgeen aan Berchem toeliet de overwinning met 1-0, op strafschop, binnen te halen. Anderlecht won zijn laatste wedstrijd van Beerschot en werd kampioen, aangezien het minder verloren wedstrijden had dan Berchem.”
Na twee 3e plaatsen had Racing de smaak te pakken. “In het seizoen 1951-1952 kende groen-wit een prachtig seizoen en wist het zich op de 2e plaats te rangschikken, met 4 punten achterstel op FC Luik. Het seizoen 1952-1953 verliep niet zo gunstig. Enkele spelers, waaronder De Saedeleer en Mayinckx liepen zware kwetsuren op en dienden voor maanden belet te geven. Racing eindigde op de 4e plaats der algemene rangschikking.”
“En als laatste van die 50 voorbije jaren hebben wij het pas afgelopen seizoen 1953-1954. Goed begonnen werd Racing weer door het noodlot getroffen, door het uitvallen van Jos Mannaerts, welke door beenbreuk gedwongen werd veel weken van het voetbalveld verwijderd te blijven. Racing eindigde dit seizoen op de 6e plaats der algemene rangschikking.”
“Racing mag terugblikken op een groots en machtig verleden, verleden dat borg staat voor de toekomst. Laat thans bij de viering van het 50-jarig bestaan de groene en witte kleuren aan de zegemast wapperen en dat de toekomst even schoon mag wezen als het verleden.”
Galamatch tegen Partizan Belgrado in 1954
Om het 50-jarige bestaan van de club op te luisteren organiseerde Racing een galamatch tegen het hoog aangeschreven Partizan Belgrado.
“Weinige ploegen in Europa kunnen bogen op zulke faam zoals de Yoegoslavische Partizan Belgrado”, klopte Racing zich destijds op de borst.
“Deze club werd slechts in 1945 gesticht, maar won reeds tweemaal het landelijk kampioenschap en heeft door haar talrijke internationale successen geweldig veel bijgedragen om de Yoegoslavische football wereldbekend te maken.”
“In Europa speelde het tot nog toe 57 wedstrijden en slechts 4 ervan werden verloren. Zelfs in Rusland wist ze te overwinnen met 4-1 tegen Zenith Leningrad en 1-0 tegen Dinamo Tiflis. Wat bijzonder de waarde van deze ploeg onderlijnt is dat van de huidige formatie reeds 10 spelers international zijn of zijn geweest.”
De match werd gespeeld op zondag 13 juni 1954 en werd op de affiche aangekondigd als “te 16 uur, grote wedstrijd”:
Het officieel programma van de galamatch: