Racing Retro: het “Jubelnummer” van zondag 13 juli 1954
In een nieuwe episode van Racing Retro duiken we in ons tekstarchief. Ditmaal kijken we naar zondag 13 juni 1954, toen onze club haar 50e verjaardag vierde.
Op zondag 13 juni 1954 bracht Racing een “Jubelnummer” op de markt: een krantje van 2 A3’s, aan elke kant bedrukt, goed voor heel veel tekst, een paar foto’s en een programma van de feestelijkheden die Racing organiseerde ter ere van haar 50-jarige bestaan.
In het eerste deel van deze aflevering bekijken we de voorkant van het krantje, waar het logo op gedrukt staat en een foto van de 4 stichters van groen-wit: René Grombeer, Antoon Van Hoey, Antoine Dousedan en Georges Van den Nest.
“De stichting van de Mechelse Racing vond plaats in de loop van het jaar 1904”, begint het krantje.
“Het was tijdens de verlofdagen, bij het begin der maand augustus van voornoemd jaar dat de Heren-studenten van het 4e studiejaar, met name R.Grombeer, A.Van Hoey, A.Dousedan en G.Van den Nest, de pas gestichte club boven de doopvont hielden.”
“De bijeenkomst, waarmede de stichting gepaard ging, vond plaats in de Mechelse gevangenis, waar vader Grombeer bestuurder was. De geschiedenis wil dat de eerste oefeningen plaatsgrepen op de binnenkoer der gevangenis. Met als gevolg gepeperde rekeningen die dienden betaald te worden aan de glazenmaker voor stuk getrapte ruiten.”
“Het eerste clubbestuur was samengesteld uit de 4 stichters met Antoon Van Hoey als voorzitter en Antoine Dousedan als secretaris. In februari 1905 stond de nieuw gevormde vereniging reeds flink op de been. De oefenstonden op het begraasd gedeelte van het Militair oefenplein op de Antwerpse Steenweg genoten afwisselend succes.”
Van blauw-wit naar groen-wit
Racing speelde zijn eerste wedstrijd die naam waardig tegen Antwerpse Sporting Club, op donderdag 20 april 1905.
“De wedstrijd werd door de Mechelaars verloren met 9-0. Het is tijdens deze ontmoeting dat wijlen Oscar Vankesbeeck, die als toeschouwer de eerste helft van de wedstrijd bijwoonde, om nadien de 2e helft als speler mede te maken, zich als werkend lid van Racing liet voorstellen, en enkele dagen nadien als dusdanig aangenomen werd.”
“Korte tijd daarop werd Racing, door de Militaire Overheid, verzocht het oefenplein te verlaten.”
“Hoe goed de verstandhouding in deze eerste periode was, blijkt uit het feit dat Racing tegen betaling van een bepaald huurgeld zijn wekelijkse oefenstonden mocht houden op het plein van FC Malinois, aan blok 16, achter de Pansiusdreef, langsheen de spoorlijn Antwerpen-Brussel.”
“Het kon dan ook niet uitblijven of weldra werd op het gemeenzaam veld van Bloc 16 tussen de twee clubs de eerste “derby” gespeeld. Deze ontmoeting had plaats op zondag 2 september 1905. Racing verloor met 1-2.”
“Kort na derby kregen de twee clubs bericht dat zij de grond van Bloc 16 dienden te verlaten, daar het bestuur der Staatsspoorwegen deze gronden nodig had voor het uitvoeren van openbare werken.”
“Oscar Vankesbeeck, welke inmiddels voorzitter geworden was van Racing, stelde zich in verbinding met het bestuur van Bruggen en Wegen om op de Slachthuisvest, langsheen de Dijle, een terrein te mogen betrekken, wat door het Bestuur van Bruggen en Wegen toegestaan werd. Dit terrein werd in gebruik genomen in het najaar van 1905.”
“In de loop van 1906 liet Racing zich aansluiten bij de Belgische Voetbalbond en bekwam 24 als stamnummer. De blauw-witte kleuren werden vervangen door de groen-witte.”
“Een groots en machtig stadion”
Racing begon aan een steile opmars, met kampioenentitels in 2e en 3e afdeling. Maar het succes had ook een keerzijde, lezen we.
“Door de grote opgang welke Racing maakte waren vele bestuursleden van oordeel dat nieuwe vreemde spelers dienden aangeworden te worden, waarvoor voorzitter Vankesbeeck echter niet te vinden was.”
“Hij verloor het pleit en verliet noodgedwongen Racing. Slechts enkelen bleven hem trouw, waaronder de gebroeders Jan en Janus Dogaer. Edward Mees volgde hem op als voorzitter.”
“Het toenmalig bestuur had zijn zin doorgedreven en verschillende vreemde spelers werden in het elftal opgenomen.”
“Intussen had Racing aanzegging gekregen het speelveld terug ter beschikking te stellen van de Staat. Gelukkig kwam spoedig redding en zou de club een nieuw speelveld aanleggen nabij de Gasketel, tussen de Schijfstraat en de Oude Lierse Baan.”
“In 1910 werd de kampioenstitel Promotie behaald met 35 punten, voor A.G.Gantoise, welke slechts 29 punten telde. Racing zou dus na 4 jaar aansluiting uitkomen in de Eerste Afdeling, de hoogste van het toenmalige voetballeven.”
“In november 1910 keerde Oscar Vankesbeeck terug in het bestuur en werd de reorganisatie aangevat…”
“Het droeve oorlogsjaar 1914 kwam een einde stellen aan de bedrijvigheid van Racing. Velen der spelers moesten hun militaire plicht vervullen. Anderen, waaronder tal van bestuursleden, waren uitgeweken naar Engeland en Frankrijk.”
“Mechelen had een droevige aanblik. Na het bombarderen der stad kwam in September de Duitse bezetting. Begin 1915 kwam er echter nieuw leven en hoop op een betere toekomst bij de bevolking. Ook bij de te Mechelen gebleven Racingers.”
“Er werden voetbalwedstrijden opgestart ingericht tegen FC Malinois, Lierse SK, Lyra, Bercht Sport en tal van Mechelse clubjes welke tot stand gekomen waren. Pas toen de oorlog ten einde was zou Racing nieuwe wegen opgaan. Er werd overeengekomen dat Racing voorlopig het oude terrein op de Slachthuisvest, vlak voor de stedelijke zwemdok, zou mogen in gebruik nemen.”
“Met aanvang der kampioenschappen 1919-20 was het terrein in orde, doch zonder overdekte tribuun. Het was tijdens de zomermaanden van 1922 dat Racing omgevormd werd tot MZWD. In de loop van dit jaar werd overgegaan tot aankoop van gronden op de Antwerpse Steenweg, waar een paar jaar nadien een groots en machtig stadion zou oprijzen.”
Volgende week deel 2: Racing tot het einde van de Tweede Wereldoorlog